Alleen voor docenten

Taalprof Klas is een apart onderdeel van het Taalprof blog, naast het al bestaande Taalprof Plein. Het verschil is dat de berichten in Taalprof Klas alleen maar over grammatica in de klas gaan, en dat ook de discussie daartoe beperkt dient te blijven.

Taalprof Klas zal daartoe strenger worden gemodereerd. Reacties die niet over de klassenpraktijk gaan, zullen zonder verdere opgaaf van redenen worden verwijderd.

vrijdag 15 mei 2015

Taalkundig Kwartet

Sinds enige weken heeft de VPRO-gids een nieuwe wekelijkse puzzel: de kwartetkwis. Je ziet vier kaartjes van een kwartetspel. Op ieder kaartje staat een afbeelding (meestal een persoon), en de vraag is dan: Wat is het onderwerp van dit kwartet? De bedoeling is dat je op zoek gaat naar een eigenschap die alle personen gemeen hebben (en dat is meestal nog niet zo gemakkelijk).

Deze puzzel lijkt een variant van de zogeheten Odd One Out-werkvorm. Daarbij krijg je ook een reeks van plaatjes te zien, en de opdracht daarbij is om een van die plaatjes als de "vreemde eend in de bijt" te identificeren. De gedachte achter de werkvorm is dat je daardoor spelenderwijs op zoek gaat naar relevante eigenschappen van de personen of objecten op de plaatjes.

De Odd One Out heb ik al eens eerder voorgesteld voor het grammaticaonderwijs. In plaats van plaatjes heb je dan woorden of zinnen (of klanken, of woordgroepen, als het maar taal is), en als je de elementen een beetje handig kiest, kun je gemakkelijk discussie uitlokken (bijvoorbeeld omdat er meerdere mogelijkheden zijn).

Ik heb het idee dat het kwartet lastiger is, maar ik probeer het graag eens uit. Ik heb daartoe een aantal voorbeeldjes gemaakt: een tamelijk gemakkelijke, en twee die iets lastiger zijn. Ik voeg hier de plaatjes toe, en ook de bestanden, zodat je ze zelf kunt aanpassen.






De bestanden staan in drie verschillende word-documenten: document 1, document 2 en document 3.

Graag hoor ik of het werkt.

21 opmerkingen:

  1. Ik zou zeggen zelfstandig naamwoord, zin en "achter ons". Of ook zin, maar dat lijkt te makkelijk.
    Zou als odd one out ook kunnen: lam (geen dood object), de bus arriveert op tijd (meer beschouwing dan puur feit) en wij herinneren hem als de koning van de blues (geen sport en in tegenwoordige tijd).

    De vraag lijkt dan wat je precies onder taalkundig wilt verstaan en of grammatica ook semantiek herbergt.

    Wel interessant, maar nog niet echt helder, wat mij betreft.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het kan wel iets specifieker. Dit is natuurlijk wel goed, maar een antwoord wordt beter naarmate het een specifiekere eigenschap noemt. Bij 1 had je ook kunnen zeggen 'woord,' maar jouw antwoord is duidelijk beter. En het kan nog beter.

      Je zou je moeten afvragen waarom juist deze vier in een kwartet bij elkaar genomen zijn.

      Het wordt denk ik inderdaad makkelijker als ik er eentje bij zou zetten die er niet bij hoort.

      Verwijderen
    2. Tja, je zou in 1 als 5e vrijheid kunnen nemen en zeggen dat het een abstract zelfstandig naamwoord is en daarom niet in dat kwartet zou thuishoren. Maar als het beter kan dan zelfstandig naamwoord, dan moet die verdere specificatie wel als taalkundig worden bestempeld en dat lijkt me voor abstract tegenover concreet niet het geval. Wat warrig wordt het dan en je zou zeggen dat je dan puur de gangbare termen in de taal- en redekundige ontleding zou moeten gebruiken. Anders verlaat je het terrein van een gemeenschappelijke taalkundige eigenschap. Daar wordt naar gevraagd.

      Dat eerste raadsel is daarom toch niet zo simpel als het lijkt.
      Die andere twee zijn lastig, vooral de derde waar je associaties met wederkerende werkwoorden (en betekenisverschil) krijgt.

      Verwijderen
    3. Tja, met dat laatste zit je dan toch in de goede richting. Ik denk dat het zo meer een puzzel dan een werkvorm is. Misschien moet het er dikker bovenop liggen wil je er een werkvorm van kunnen maken. Of natuurlijk extra aanwijzingen, maar dat doet dan weer afbreuk aan de eenvoud van de vorm.

      Verwijderen
    4. Laat ik nou vannacht wakker schrikken met die plaatjes en klanken uit 1 die allemaal een korte klinker hebben?! Zouden dat de spreekwoordelijke schellen zijn?
      Maak maar fijn puzzels, want je kunt bijna nooit weten of ze zijn opgelost.

      Dit systeem doet me denken aan een ervaring uit mijn gymnasiumtijd. Er kreeg iemand een vertaling Grieks voor zijn kiezen die hij mondeling feilloos uitvoerde. Toen vroeg de leraar waarom nu juist daar een aoristus stond en elders niet. Dat heb ik me ook afgevraagd, zei de leerling, die vervolgens een 10 kreeg.

      Eens kijken welke dromen volgen....

      Verwijderen
    5. Dit antwoord vind ik nog beter dan je eerste, maar er zit in elk geval nog een eigenschap in die ze delen. Misschien even denken vanuit wat je met die woorden kunt doen, en wat dat oplevert.

      Verwijderen
    6. Ik kan even niets beters verzinnen dan dat de verkleinwoorden qua klank (niet precies qua schrift) identiek zijn, namelijk met -etje.
      Wordt dit een slapeloze nacht? Zeg dat het niet waar is (dat dit de een na laatste gemeenschappelijke eigenschap is).

      Verwijderen
    7. Kijk, weer een relevante eigenschap! Is er een verband?

      Verwijderen
    8. Het verband is uiteraard dat de 4 woorden allemaal vallen binnen de regels voor het juiste achtervoegsel en dan komen we in de brei terecht van de klemtoon, het aantal lettergrepen, de laatste medeklinker voor het achtervoegsel, de lengte van de voorafgaande klinker en ga zo maar door. Hier gaat het om nasalen / liquidae.
      Dus, recapitulerend, serie 1 heet zelfstandig naamwoord met gemeenschappelijke verkleinuitgang. Wie biedt meer? :-)

      (Ik moet er overigens wat aan wennen dat men mij in een bepaalde hoek drijft met het denkproces. Is dat nou goed of juist niet? Mmmm, ik denk het eerste. Leerling-af zijn we nooit).

      Verwijderen
    9. Ik dacht dat ik je juist uit een hoek haalde... Maar daarom vond ik achteraf ook dat het meer een puzzel dan een werkvorm was.

      Trouwens, zo'n brij van eigenschappen is het niet: het aantal lettergrepen is niet van belang, en bij meer dan een medeklinker krijg je hoe dan ook geen -etje (want 'ng' is natuurlijk één medeklinker).

      Verwijderen
    10. OK, maar ik bekeek het toch even anders.
      Als je iemand uit een hoek haalt, zal hij toch een andere moeten kiezen. Toen ik met dat verkleinwoord kwam (dat leek me, ook na uw commentaar, een goede keus) haalde u me uit de hoek van de pure vaststelling daarvan en vroeg naar het verband. Ik werd toen naar een zijhoek gedirigeerd, zo te zeggen. Waarop de weg werd vrijgemaakt voor die vrij ingewikkelde theorie rond de verkleinachtervoegselvorming. En daarin speelt (zoals bij pudding) wel degelijk het aantal lettergrepen. Maar binnen het kader van de opgave had ik me kunnen beperken. Maakt voor ons onderwerp verder niets uit. Die hoek trouwens ook niet.

      En het is brij, I surrender! :-)

      Maar wat komt er nu op die stippeltjes te staan?
      Eerst maar even wachten tot dit een soort MOOCje wordt....

      Verwijderen
    11. Noem eens een voorbeeld waar het aantal lettergrepen uitmaakt?

      Verwijderen
    12. Wat komt er op de stippeltjes te staan? Ik had oorspronkelijk iets eenvoudigs in gedachten als 'woorden met -etje als verkleinwoord,' en dan is het werkvormachtige dat je dat kunt aangrijpen voor een discussie over de eigenschappen die daarvoor nodig zijn (waarvan er twee geïllustreerd zijn in de voorbeelden). Daarom zei ik dat ik dacht dat deze makkelijk was. Maar dat kan alleen de praktijk uitwijzen...

      Verwijderen
    13. Ik begrijp uit de theorie hierover dat klemtoon (en daarmee tegelijkertijd het aantal lettergrepen, want dat zouden er dan meer dan één moeten zijn) bij verkleining ook een rol speelt. Ik noemde al het voorbeeld pudding (puddinkje) versus ring (ringetje). Daarnaast aardbeving (aardbevinkje) tegenover wandeling (wandelingetje), waar het criterium die voorlaatste klinker is. Maar het lijkt me waar dat het aantal lettergrepen een ondergeschikte maatstaf is.

      Verwijderen
    14. Ja, dat zou ik ook zeggen: je voorbeeld 'aardbeving' en 'wandeling' (ik gebruik altijd 'soldering' en 'zoldering' of 'soldeerring') toont aan dat het om iets anders dan het strikte aantal lettergrepen gaat. Maar nu wordt het toch zo langzamerhand een werkvorm, want we hebben het over eigenschappen van woordvorming en klanksysteem (niet meer over "het goede antwoord").

      Verwijderen
    15. Het "goede antwoord" kan dan wel minder belangrijk zijn dan het streven naar een werkvorm voor een op zichzelf best leuke gedachtenwisseling over een taalkundig fenomeen, mensen zijn toch gauw benieuwd naar het woord dat dan niet in het kwartet thuishoort, zodat ze zich een beeld kunnen vormen van wat de vraagsteller bezielde. Hij wilde blijkbaar over iets (laten) praten.

      Daarom deze wedervraag: welk woord past nu bij uitstek niet in dat lam/pul/perron/ring-verhaal? Alleen dan valt er een kleinste gemene veelvoud van te maken (of de grootste gemene deler, ik haal die twee altijd door elkaar).

      In klas 2 doen we die laatste 2 raadsels dan wel....

      Verwijderen
    16. Als ik er een bij zou moeten zetten die er niet bij zou horen, dan zou dat bijvoorbeeld 'boom' kunnen zijn, of 'boon.' (als ik de waarde van de klinker zou willen benadrukken), of 'bos' (als ik de waarde van de medeklinker op het oog zou hebben). Maar dan focus je dus meteen op een van de twee factoren. In het kwartet is het beste antwoord de combinatie van die eigenschappen, uitgedrukt in het achtervoegsel dat je krijgt.

      Verwijderen
    17. Logisch. En je zou "doos" als niet passend kunnen nemen, omdat daar beide factoren "etje" uitsluiten.
      Maar dan moet je nog maar net op het idee komen dat je naar een verkleining toe moet, of naar een meervoud, of naar het tegendeel. Of naar de betekenis, of naar de klank, of naar iets morfologisch of...(er zijn nogal wat subrichtinkjes in linguïstiekland).

      Enfin, gelukkig hebben we een grote klas....:-)

      Verwijderen
    18. Ja daar heb je gelijk in. Je kunt natuurlijk altijd iets van het domein weggeven, maar je moet denk ik inderdaad de denkkracht van een hele klas niet onderschatten. Als mensen eenmaal aan het associëren slaan, dan worden de interessante ideeën vaak wel meteen op waarde geschat.

      Verwijderen
  2. Leuke werkvorm, altijd leuk om te puzzelen met taal!
    Wel merk ik dat ik ook wat meer context nodig heb om de oplossing te vinden. Vooral bij de eerste (is dat de 'tamelijk gemakkelijke'?) heb ik geen idee in welke hoek ik het zoeken moet. De tweede is denk ik de ergatief en de derde iets met werkwoorden die ook wederkerend te gebruiken zijn, maar dan een andere betekenis hebben. Is daar een taalkundige term voor?

    Fijne aanvulling op je blog trouwens. Ga ik zeker volgen!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het gaat niet direct om een term, meer over een relevante eigenschap. Die kun je best in meer woorden uitdrukken, dat is prima.

      Verwijderen