Gelukkig bestaat het weblog van de Taalprof al bijna vijftien jaar. Het bevat een zeer uitgebreide verzameling van uitleg en uitweiding op allerlei niveaus, over alle ontleedtermen en -kwesties die je maar kunt bedenken. Korte uitleg, langere uitleg, makkelijk en uitdagend, serieus en grappig. Voor elk wat wils. Er zitten gemakkelijke stukjes bij, maar ook heel pittige (sla die gerust over als je er nog niet aan toe bent).
Maar hoe vind je je weg in meer dan 550 artikelen met hun soms ellenlange uitweidingen in de discussies? Daarom heeft de Taalprof hoogstpersoonlijk een overzicht gemaakt per zinsdeel en per woordsoort. Dus heb je moeite met ontleden of wil je meer weten over een zinsdeel, kijk dan eens naar een van de artikeltjes in het overzicht. Je kunt natuurlijk ook de andere artikelen lezen (graag melden als ik er een die hier bijhoort over het hoofd gezien heb), of een eerdere vraag opzoeken. Of stel een nieuwe vraag aan de Taalprof, dat kan natuurlijk ook altijd!
Alles over zinsdelen
De Taalprof heeft de volgende zinsdeelkwesties behandeld:- Alles over Predicatie (eigenlijk moet je hiermee beginnen)
- Kinderpredicatie
- Grappige dialoog over predicatie
- Verborgen grammaticales in raptekst van Gers Pardoel
- Alles over de persoonsvorm:
- Wat moet je weten van de persoonsvorm?
- De keeper en de persoonsvorm (met een verfilmde lezing erbij)
- Hoezo persoonsvorm?
- Over de gebiedende wijs als persoonsvorm
- Over woordvolgorde en de persoonsvorm
- Alles over het onderwerp:
- Vind het onderwerp
- Flauwe ontleedoefening
- Alles over het plaatsonderwerp
- Een sprookje over het plaatsonderwerp
- Alles over het gezegde:
- Alles over het werkwoordelijk gezegde:
- Alles over het naamwoordelijk gezegde:
- Wat is een naamwoordelijk gezegde?
- Alles over het naamwoordelijk gezegde
- Wat kan allemaal het naamwoordelijk deel zijn?
- In de war in de tuin
- Een werkvorm voor wie alles al weet over het naamwoordelijk gezegde
- Over iets kosten met een vervolg
- Alles over de werkwoordelijke uitdrukking:
- Alles over voorwerpen:
- Alles over het verschil tussen voorwerpen en bepalingen (filmpje)
- Alles over het lijdend voorwerp
- Werkwoorden die voorwerpen hebben
- Een grap over het lijdend voorwerp (pas op: bevat het woord neuken)
- Alles over het meewerkend voorwerp:
- Wat betekent het meewerkend voorwerp?
- Meer over het meewerkend voorwerp
- Het meewerkend voorwerp aan de borreltafel
- Zinsdelen op de rode lijst (over de ethische datief)
- Over een ouderwetse zin
- Alles over het voorzetselvoorwerp:
- Wat is een voorzetselvoorwerp?'
- Het verraderlijke voorzetselvoorwerp
- Dingen doen met chips, en een vervolg daarop
- Een vernietigende recensie van de taalwinkel
- Kritiek op een andere ontleedwebsite
- Naar aanleiding van een gevalletje taalkritiek
- Over de ontleding van van iets genieten
- Alles over het oorzakelijk voorwerp:
- Het zinsdeel van het jaar 2014
- Over de ontleding van iemand de baas zijn
- Over de ontleding van iets beu geluisterd zijn
- Alles over de keuze tussen verschillende voorwerpen
- Over de ontleding van iemand op iets wijzen (moeilijk, maar dan heb je ook wat)
- Over de ontleding van iemand vragen om iets te doen
- Nog eens over de ontleding van iemand vragen om iets te doen (maar dan wat moeilijker)
- Over de ontleding van iemand spreken (met verrassende ontknoping)
- Over de ontleding van iemand om iets vragen
- Alles over bepalingen:
- Alles over het verschil tussen voorwerpen en bepalingen (filmpje)
- Alles over de bijvoeglijke bepaling:
- Even rustig gaan zitten voor de bijvoeglijke voorbepaling
- Alles over het verschil tussen bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling
- Een grap met een baard
- Alles over de bijwoordelijke bepaling:
- De bijwoordelijke bepalingen als maden in de zin
- Alles over het verschil tussen bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling
- Alles over de bepaling van gesteldheid:
- Wie is er bang voor de bepaling van gesteldheid? (1)
- Wie is er bang voor de bepaling van gesteldheid? (2)
- De geheime notulen van het Frits Barendgenootschap
- Nieuwe ontwikkelingen rond het Frits Barendgenootschap
- Nog één keer de bepaling van gesteldheid
- Zonder make-up, maar met bepaling van gesteldheid
- Over de ontleding van lekker smaken
- Over ingeslikte en uitgespuugde bepalingen van gesteldheid
- Over samengestelde werkwoorden
- Over lastig()vallen
- Over de ontleding van blind proeven
- Over zinnen met het werkwoord achten
- Kritiek op een ontleedwebsite
- Over de ontleding van als taalprof zijnde
- Alles over het tussenwerpsel:
Alles over samengestelde zinnen
- Alles over hoofd- en bijzinnen
- Over een bijzin zonder voegwoord, en een vervolg daarop
- De ontleding van een ingewikkelde samengestelde zin
- Alles over de balansschikking
- Alles over de beknopte bijzin
Alles over woordsoorten
De Taalprof heeft de volgende woordsoorten behandeld:- Alles over naamwoorden:
- Alles over het zelfstandig naamwoord:
- Wat betekent het zelfstandig naamwoord?
- Over de woordsoort van zaterdagavond
- Over woorden gebruikt als andere woorden
- Alles over het bijvoeglijk naamwoord
- Alles over werkwoorden:
- Alles over werkwoordstijd
- Alles over begin- en eindtijd
- Alles over toekomende tijd
- Alles over de voltooide tijd
- Alles over de irrealis (moeilijk)
- Alles over het zelfstandig werkwoord
- Alles over het koppelwerkwoord
- Alles over hulpwerkwoorden
- Alles over het telwoord
- Alles over het voornaamwoord:
- Het voornaamwoord als grammaticaal fruitvliegje
- Alles over het persoonlijk voornaamwoord
- Alles over het bezittelijk voornaamwoord (ook als bedgeheim)
- Een les over grappen met het bezittelijk voornaamwoord
- Alles over het wederkerend voornaamwoord (ook voor 9-jarigen)
- Alles over het wederkerig voornaamwoord
- Over het verschil tussen wederkerende en wederkerige voornaamwoorden
- Alles over het vragend voornaamwoord
- Alles over het aanwijzend voornaamwoord
- Eerst iets over bepaald en onbepaald
- Alles over het onbepaald voornaamwoord
- Alles over het betrekkelijk voornaamwoord
- Alles over het betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
- Alles over het voornaamwoordelijk bijwoord:
- Alles over het lidwoord
- Alles over het bijwoord:
- Over maar als bijwoord
- Over het bijwoord alweer
- Over vooraan en voor aan
- Over de woordsoort van buiten
- Alles over het voorzetsel:
- Over voorzetsels en voegwoorden
- Iets over voorzetseluitdrukkingen
- Over vooraan en voor aan
- Over de woordsoort van buiten
- Alles over het voegwoord
- Over voorzetsels en voegwoorden
- Over maar als voegwoord
- Over de ontleding van al hoe je het ook bekijkt
- Alles over het tussenwerpsel:
Alles over van alles en nog wat
* Noot: omdat het weblog al zo oud is, zijn verschillende links misschien dode links, zelfs de interne links. Dat laatste komt omdat het weblog ooit automatisch gemigreerd is naar een andere locatie, waarbij alle interne links verkeerd kwamen te staan. Ik heb de meeste met de hand weer hersteld, maar kom je er een tegen, meld het dan in de reacties, dan zet ik hem weer goed.
Beste Taalprof,
BeantwoordenVerwijderenIn de meeste schoolboeken lees ik dat in een mededelende zin de persoonsvorm altijd op de tweede plaats staat (als in: tweede zinsdeel). Is dat altijd zo?
Deze zin zou ik bijvoorbeeld op de volgende manier ontleden: In de school | gisteren | zag | ik | een fiets. De pv is 'zag'. Ik zou zeggen dat 'in de school' (plaats) en 'gisteren' (tijd) twee aparte bijwoordelijke bepalingen zijn. Daarmee komt de pv op de derde plaats.
Zie ik dat goed?
Groet,
Nigel
Je zou inderdaad denken dat hier twee losse bepalingen voor de persoonsvorm staan. Dit lijkt strijdig met de regel dat de persoonsvorm altijd op de tweede plaats van de zin staat.
VerwijderenToch kun je er ook aan twijfelen of 'in de school gisteren' wel uit twee losse zinsdelen bestaat. Als het inderdaad een losse plaatsbepaling en tijdsbepaling betreft, waarom kun je die dan niet allebei met een vraagwoord uitdrukken voor de persoonsvorm? Waarom kun je niet zeggen 'Waar wanneer zag ik een fiets?'
Als je naar de betekenis kijkt (of naar de vraag waar de zin een antwoord op kan zijn), dan zie je dat een van de twee de kern lijkt. Op de vraag 'Waar heb je een fiets gezien?' Kun je antwoorden 'In de school gisteren heb ik een fiets gezien'. In feite gebruik je 'gisteren' dan als een tussenwerpsel, en tussenwerpsels staan min of meer buiten de zin.
Als je op de vraag 'Wanneer zag je een fiets?' kunt antwoorden 'Op de school gisteren zag ik een fiets' (wat nog maar de vraag is, want het klinkt erg geforceerd), dan lijkt het alsof je 'op de school' als een soort voorbepaling bij 'gisteren' gebruikt. Niet zomaar gisteren, maar 'op de school gisteren', dus gisteren gedurende de tijd dat ik op school was. Een beetje zoals 'gisteren tussen negen en vier uur'.
In de Algemene Nederlandse Spraakkunst worden dergelijke gevallen overigens wel gesignaleerd. De verklaring daar is dat de twee bepalingen samen toch een samenhangend geheel vormen: samen scheppen ze "een algemeen tijdskader en/of een ruimtelijk kader"
Beste Taalprof,
BeantwoordenVerwijderenHartelijk dank voor de uitgebreide reactie (en wel om 2.39 uur). De uitleg is helder!
Groet,
Nigel
Ha, die tijd is niet onze tijd, denk ik, want jouw reactie is gedateerd op 03:41.
VerwijderenBeste Taalprof
BeantwoordenVerwijderenZou ik u een vraag mogen stellen over het aanwijzend voornaamwoord?
Met 'deze' en 'dit' verwijs je naar iets dat je nog gaat zeggen en met 'die' en 'dat' verwijs je naar iets dat je al gezegd hebt.
Dat klinkt soms heel onnatuurlijk. Dient die theorie zeer strikt te worden toegepast of kan er in spreek- of schrijftaal van afgeweken worden? Kan ik met andere woorden ook zeggen: 'Dient deze theorie zeer strikt te worden toegepast of kan er in spreek- of schrijftaal van afgeweken worden?
Bedankt voor uw advies.
De regel dat je met 'deze' en 'dit' alleen kunt verwijzen naar iets wat je nog gaat zeggen, en met 'die' en 'dat' naar iets wat je al gezegd hebt is zeker onjuist. Met 'deze/dit' verwijs je naar iets wat dichterbij is, en met 'die/dat' naar iets wat verder weg is, althans als je de woorden gebruikt in een gesprek waar je letterlijk verwijst.
BeantwoordenVerwijderenDe talige verwijzing (dus naar woorden in de tekst) kan beide kanten op gaan. 'Die/dat' is min of meer de neutrale vorm, en met 'deze' verwijs je meestal naar iets dichtbijzijnds in de tekst.