Alleen voor docenten

Taalprof Klas is een apart onderdeel van het Taalprof blog, naast het al bestaande Taalprof Plein. Het verschil is dat de berichten in Taalprof Klas alleen maar over grammatica in de klas gaan, en dat ook de discussie daartoe beperkt dient te blijven.

Taalprof Klas zal daartoe strenger worden gemodereerd. Reacties die niet over de klassenpraktijk gaan, zullen zonder verdere opgaaf van redenen worden verwijderd.

woensdag 6 april 2016

Een werkvorm voor wie alles al weet van het naamwoordelijk gezegde

De volgende zinnen zien er allemaal hetzelfde uit. Ze beginnen met een onderwerp, en dan krijg je een vorm van het werkwoord zijn, en verderop in de zin staat een voltooid deelwoord. Zo op het eerste gezicht zijn ze dus allemaal hetzelfde. Maar als je beter kijkt, dan zie je grote verschillen!
  1. Onze winkel is geopend.
  2. Het politiebureau is uitgebrand.
  3. Onze leraar is gepromoveerd
  4. Niemand is geïnteresseerd in deze oefening.
  5. Deze serie is in één keer uitgezonden.
  6. Iedereen is verbaasd.
  7. Hij is veranderd.
  8. Mijn ouders zijn getrouwd.
  9. Mijn ouders zijn gescheiden.
  10. Deze film is ingekleurd.
  11. De kaas is gesmolten.
  12. Onze klas is uitgehongerd.
De verschillen tussen deze zinnen komen aan het licht als je de volgende opdrachten uitvoert!

Opdracht 1
Ga voor iedere zin na wat de betekenis is van vrijdag nog als je dit toevoegt onmiddellijk na het werkwoord is/zijn. Er zijn twee mogelijkheden: vrijdag nog betekent afgelopen vrijdag nog, of het betekent aanstaande vrijdag nog (eventueel elke vrijdag nog). Verdeel de zinnen in drie groepen: een groep waarin vrijdag nog duidelijk de betekenis "afgelopen vrijdag nog" heeft, een waarin vrijdag nog duidelijk "aanstaande/elke vrijdag nog" betekent, en een groep waarin beide betekenissen mogelijk zijn. Als beide betekenissen mogelijk zijn, maar je hebt een heel duidelijke voorkeur, zet de zin dan in het groepje met jouw voorkeursbetekenis.

Opdracht 2
De vraag is nu: hoe komt dit? Allereerst gaan we het werkwoord is/zijn vervangen door was/waren (dus Onze winkel was geopend, enzovoorts). Wat gebeurt er nu met de betekenis van vrijdag nog? Ga dit na voor alle zinnen.


Opdracht 3
Blijkbaar is de werkwoordstijd van de zin van invloed op de betekenis van vrijdag nog. In de verleden tijd (was/waren) gaat het altijd om de betekenis "afgelopen vrijdag nog." Met andere woorden: vrijdag nog kan dan niet naar de toekomst verwijzen. Maar in de zinnen 1-12 is er geen sprake van een verleden tijd, maar het lijkt een voltooide tijd. Hoe zit het met vrijdag nog in een voltooide tijd? Dat gaan we nu bekijken. In de volgende zinnen is er steeds sprake van een gewone voltooide tijd (met het hulpwerkwoord hebben).
  • Ik heb gevoetbald.
  • We hebben gelachen.
  • De computer heeft de uitkomst berekend.
  • De honden hebben de hele dag rondgerend.
  • De verkiezingen hebben plaatsgevonden.
Ga na wat de betekenis is van vrijdag nog als je het toevoegt na heb/hebben. 

Opdracht 4
Je hebt ontdekt dat vrijdag nog zowel bij een verleden tijd als bij een voltooide tijd altijd "afgelopen vrijdag nog" betekent. Hoe kan het dan dat we in de zinnen 1-12 dan soms toch de betekenis "aanstaande/elke vrijdag nog" tegenkwamen? Dat gaan we nu ontdekken.

Verander in de zinnen van opdracht 3 de voltooide tijd in de tegenwoordige tijd (dus van Ik heb gevoetbald maak je Ik voetbal). Ga nu voor alle zinnen weer na wat de betekenis nu wordt van vrijdag nog als je het toevoegt meteen na de persoonsvorm (Ik voetbal vrijdag nog).

Opdracht 5
Je hebt nu ontdekt dat de betekenis "aanstaande/elke vrijdag nog" hoort bij de tegenwoordige tijd, terwijl "afgelopen vrijdag nog" hoort bij de verleden en voltooide tijd. Dat betekent dat de zinnen in 1-12 met de betekenis "aanstaande vrijdag nog" dus eigenlijk in de tegenwoordige tijd staan. Met andere woorden: het voltooid deelwoord dat je daar ziet, is blijkbaar niet gebruikt als een werkwoord, maar als een andere woordsoort. Bijvoorbeeld: Onze winkel is geopend kun je lezen in de betekenis Onze winkel is open. Dan is is dus het enige werkwoord, geopend is gebruikt als bijvoeglijk naamwoord, en de zin staat in de tegenwoordige tijd. Maar dat is nog niet alles!

Als je Onze winkel is vrijdag nog geopend  leest als aanstaande/elke vrijdag nog, dan heb je het over iets wat die winkel is, dus over een naamwoordelijk gezegde. Lees je het als Onze winkel is afgelopen vrijdag nog geopend, dan heb je het over wat iemand gedaan heeft (namelijk de winkel openen). Dan heb je het dus over een werkwoordelijk gezegde, waarin is en geopend allebei werkwoorden zijn (is is het hulpwerkwoord en geopend het zelfstandige werkwoord).

Met de toevoeging vrijdag nog kun je dus in de zinnen 1-12 beter zien of het gaat om een naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde. Als de betekenis de richting opgaat van afgelopen vrijdag moet het voltooide tijd zijn, en dus hoort het voltooid deelwoord bij het gezegde en is dat dus een werkwoordelijk gezegde. Als de betekenis aanstaande/elke vrijdag is, dan moet het tegenwoordige tijd zijn en hoort het voltooid deelwoord dus niet bij de werkwoorden. Dan moet het dus wel een naamwoordelijk gezegde zijn, omdat je alleen zijn overhoudt met een voltooid deelwoord dat als bijvoeglijk naamwoord gebruikt is.

Bepaal nu van de zinnen 1-12 of het naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde is (dan wel of het allebei kan), op basis van de bovenstaande redenering. 

2 opmerkingen:

  1. Hoewel ik eerst dacht dat we met dit soort zinnen en analyses alleen bezig zijn onze eigen soort (bijv. docent Nederlands) in stand te houden, moet ik, nee, wíl ik zeggen dat ik deze uitleg wel heel verhelderend en creatief vind!
    Waarvan (onderwijs)akte!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank voor het compliment! Hoewel ik het op zichzelf al een goed streven vind om de vakinhoudelijk bekwame docent Nederlands in stand te houden, gaat het mij inderdaad eerder om een voor de leerlingen ook betekenisvolle werkvorm. Wat je hiervan zou moeten leren is het bewustzijn van de betekenissen die er in zo'n constructie zitten en de keuzes die je als taalgebruiker hebt.

      Verwijderen