Alleen voor docenten

Taalprof Klas is een apart onderdeel van het Taalprof blog, naast het al bestaande Taalprof Plein. Het verschil is dat de berichten in Taalprof Klas alleen maar over grammatica in de klas gaan, en dat ook de discussie daartoe beperkt dient te blijven.

Taalprof Klas zal daartoe strenger worden gemodereerd. Reacties die niet over de klassenpraktijk gaan, zullen zonder verdere opgaaf van redenen worden verwijderd.

zondag 2 oktober 2016

Onbegrijpelijk

In de Facebookgroep Leraar Nederlands stond gisteren de volgende vraag:

Op dit moment kent deze vraag al meer dan honderd reacties, variërend van geïnteresseerd explorerend (Hé, hoe zit dat?) tot geïrriteerd afwijzend (Weg met die vraag!). Hoewel ik hier actief in heb geparticipeerd, zit ik toch met gemengde gevoelens.

Allereerst werd in de loop van de discussie de context duidelijker. Het betreft een vraag uit een toets uit de methode Op Niveau, die volledig luidt:
1. De trein van Amersfoort naar Utrecht reed drie dagen om.
2. Bagage zonder eigenaar mag nooit inchecken.

Welke zin is grammaticaal correct én begrijpelijk?
A. zin 1
B. zin 2
C. geen enkele
Er bestaat weinig verschil van mening tussen de deelnemers aan de discussie over zin 2. Die wordt door de meesten onjuist gevonden (zou beter zijn in de lijdende vorm, of de bagage die zelf incheckt wordt te vreemd gevonden). Over zin 1 ontstaat echter een levendige discussie.

Een deel van de leraren vindt de zin niet begrijpelijk (genoeg), omdat de betekenis zich zou opdringen dat de trein drie dagen over het omrijden zou doen. Zij interpreteren drie dagen als een duurbepaling die de lengte van het omrijden specificeert. Er zijn zelfs leraren die de andere betekenis, namelijk dat de trein gedurende drie dagen telkens omrijdt, niet mogelijk achten. Een ander deel van de leraren keurt zin 1 af omdat de trein zelf niet zou kunnen omrijden, maar alleen de machinist.

Dit is nog allemaal tot daaraan toe, al vind ik het vergezocht om te veronderstellen dat een enkele trein tussen Amersfoort en Utrecht een omweg van drie dagen zou kunnen maken. Deze reis duurt in het ideale geval 14 minuten, en als je bijvoorbeeld over Baarn zou omreizen ben je nog in iets meer dan een half uur in Utrecht. Ik geloof dus niet dat deze betekenis in een realistische context zich zou opdringen. Ook de gedachte dat de trein uit zichzelf zou omrijden lijkt mij dermate absurd dat je bezwaarlijk kunt volhouden dat die zin daardoor onbegrijpelijk zou worden.

Toch lijkt zich in de discussie de mening af te tekenen dat leerlingen die antwoord C geven, daarvoor toch op zijn minst een half punt zouden moeten krijgen, omdat die absurde betekenis een bron van 'verwarring' zou kunnen zijn. Maar het beste zou nog zijn - aldus een aantal reageerders - dat de hele opgave uit de toets wordt verwijderd omdat je erover kunt discussiëren.

Hier word ik dan toch wel een beetje treurig van. Dit is volgens mij wat het grammaticaonderwijs een slechte naam bezorgt: zinnen afkeuren omdat je een onwaarschijnlijke betekenis kunt construeren, die dan meteen voor een of andere schadelijke dubbelzinnigheid zou zorgen. Dit is een schoolvoorbeeld van een vorm van taalbeschouwing die losgezongen is van elke realistische context. Het begint natuurlijk met die gekke opgave, die alleen maar gericht is op een kunstmatige, contextloze taalnorm. Een van de leraren merkte op dat dit niet geschikt is om leerlingen 'grammaticaal, semantisch en holistisch inzicht' te leren. Dat lijkt me juist, maar als je alle problematische gevallen schrapt leer je leerlingen ook niks. Ja, dat alles onproblematisch is (wat onjuist is).

En wat is er onbegrijpelijk aan dubbelzinnigheid? Natuurlijk, als een zin meerdere betekenissen heeft moet je kiezen. Maar de meeste zinnen hebben meerdere betekenissen, en dit is bijna nooit een probleem. Plaats je een willekeurige zin in een opgave en je vraagt 'Wat is er fout aan deze zin?' dan is er altijd wel een slimmerik die een betekenis kan verzinnen die dan "voor verwarring kan zorgen."

Het lijkt me dan ook geen goed idee om deze gevallen uit het grammaticaonderwijs te schrappen. Maak dan een andere opgave (zoals 'Maak de betekenis van deze zin duidelijk door te beschrijven wat een willekeurige dagelijkse treinreiziger op dit traject overkomen is.') maar laat in vredesnaam dit soort zinnen niet weg, want de werkelijkheid zit er vol mee en het is juist de taak van het taalbeschouwingsonderwijs om leerlingen de handvatten te geven om hiermee om te gaan. Die geef je ze niet als je bij het minste of geringste zo'n zin terzijde schuift. 

Grammaticale analyse

Wat is hier grammaticaal eigenlijk aan de hand? De tijdsbepaling drie dagen is een zogeheten 'duurbepaling.' Die duidt een periode aan dat iets plaatsgrijpt, in dit geval het omrijden van de trein. Die duurbepaling had ook gedurende drie dagen of drie dagen lang kunnen zijn, maar dat hoeft niet. Voor de betekenis maakt dit niet veel uit.

Het gezegde omrijden duidt een zogeheten 'begrensde) handeling' aan: een handeling die een duidelijk eindpunt heeft. Als je een onbegrensde duurbepaling combineert met een begrensde handeling, dan ontstaat er een herhalingsbetekenis. Neem bijvoorbeeld drie dagen en ontploffen, dan krijg je iets als Er ontploften drie dagen bommen in de stad. Dit is de betekenis dat er bij herhaling bommen ontploften, niet dat bommen drie dagen lang over één ontploffing deden.

Je kunt ook een begrensde duurbepaling maken, zoals in drie dagen of van acht uur tot middernacht. Stel je combineert die met bijvoorbeeld een boek uitlezen, dan krijg je Ik heb in drie dagen een boek uitgelezen. Nu valt de begrenzing van het uitlezen samen met de begrenzing van de bepaling. Maak je ervan Ik heb drie dagen een boek uitgelezen, dan krijg je weer de herhalingsbetekenis, die in dit geval absurd is omdat je normaliter niet gedurende drie dagen telkens hetzelfde boek uitleest. Maak je daar weer van Ik heb drie dagen mijn bordje leeggegeten, dan wordt het weer prima, want dat je je bordje telkens opnieuw leegeet is geen enkel probleem.

In de zin met de omrijdende trein wordt dus een begrensde handeling (omrijden) gecombineerd met een onbegrensde duurbepaling (drie dagen). Dus krijg je de betekenis dat de trein gedurende drie dagen telkens omrijdt. Is dat realistisch? Ja natuurlijk. Stel dat er werkzaamheden aan een traject zijn die drie dagen duren, dan zal de trein (telkens een andere trein) op dat traject een omweg moeten nemen, en dat drie dagen lang. Dan rijdt de trein dus drie dagen om.









3 opmerkingen:

  1. Bij de NS is drie dagen omrijden zeker wel een duurbepaling, het kan daar vast nog gekker....

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik vind dat je gelijk hebt, maar mede om die reden vind ik het jammer dat je zin 2 zo snel terzijde schuift. Ook die zin met zo'n onaccusatief 'inchecken' zou je best in de praktijk kunnen tegenkomen en volgens mij is hij dan ook niet onduidelijk.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Mee eens! Het was ook meer mijn bedoeling om op de andere zin in te zoomen. Ik vind, zeker achteraf, die hele opgave ongeschikt, welke zinnen je er ook bij zet. Want je kunt altijd wel iets bedenken wat er dan eventueel mis zou zijn, en anderzijds, als het om authentieke zinnen gaat moet daar ook een verklaring of reden voor zijn.

      Verwijderen