Alleen voor docenten

Taalprof Klas is een apart onderdeel van het Taalprof blog, naast het al bestaande Taalprof Plein. Het verschil is dat de berichten in Taalprof Klas alleen maar over grammatica in de klas gaan, en dat ook de discussie daartoe beperkt dient te blijven.

Taalprof Klas zal daartoe strenger worden gemodereerd. Reacties die niet over de klassenpraktijk gaan, zullen zonder verdere opgaaf van redenen worden verwijderd.

zondag 21 februari 2016

Hoe kom je aan een goed antwoord op deze vraag?

Op de Facebookgroep Leraar Nederlands vraagt Carolien Van den Neste naar de ontleding van de zin Ik kom aan eten. Deze zin was ter sprake gekomen in een les over het meewerkend voorwerp aan een 1 havo/vwo-klas. Blijkbaar had er een discussie plaatsgevonden naar aanleiding van het werkwoord aankomen, dat natuurlijk geen meewerkend voorwerp bij zich heeft, en toen had een leerling gevraagd: hoe zit het dan met ergens aan komen, in de zin Ik kom aan eten?

Goeie vraag, en een teken dat leerlingen actief meededen in de discussie! Daar kun je eigenlijk alleen maar bewondering voor hebben. Maar de docent en leerlingen kwamen er niet helemaal uit. Is dat erg? Misschien niet, als je maar meer inzicht krijgt in de overwegingen die je kunt hebben.

Hoe kun je zo'n kwestie aanpakken? De normale trucjes werken niet op deze zin: is aan hier een vast voorzetsel? (geen idee) Is het letterlijk of figuurlijk? (hûh?) Kun je de vraag stellen Aan wie of wat kom ik? (Tja...) Het is duidelijk dat er andere middelen nodig zijn om te zien hoe zo'n zinnetje in elkaar zit.

Hoe doen taalkundige experts dit? Welnu, die beginnen meteen te kijken naar allerlei mogelijkheden en beperkingen bij zo'n zinnetje. Die zien meteen dat je eten hier kunt vervangen door voedsel (ik kom aan voedsel), zodat je zeker weet dat eten hier geen werkwoord is (je hebt ook Hoe kom ik aan het eten? die verwant is aan Ik ben aan het eten). Ze zien ook dat deze combinatie vaker optreedt met een vraagwoord Hoe (Hoe kom ik aan voedsel?), en ze merken op dat voedsel dan een soort doelbetekenis heeft. Als je vraagt hoe je aan voedsel moet komen, dan is jouw doel dat je op een gegeven moment voedsel hebt. 

Nu zullen de experts beginnen om te kijken of die doelbetekenis het gevolg is van een richtingsbepaling. Ze zullen misschien kijken of je aan kunt vervangen door een ander voorzetsel, zoals tot: Hoe kom ik tot voedsel? Hmm, klinkt een beetje ouderwets. Op dit moment zullen taalkundigen overhellen naar de gedachte dat aan voedsel geen richtingsbepaling (meer) is, maar een voorwerp bij het werkwoord.


Vervolgens gaan ze vast en zeker op zoek naar de mogelijkheid om het zinsdeel in de vorm van een bijzin te krijgen. In een constructie als Hoe kom je bij die mening? (die natuurlijk een andere betekenis heeft, maar toch) kun je er een bijzin van maken met erbij: Hoe kom je erbij dat dit zo is? Dat is een positief argument om van een voorzetselvoorwerp te spreken. Helaas kan dat bij onze constructie weer niet. Je kunt niet iets maken als Hoe kom ik eraan dat ik voedsel heb? of zo.

We zitten dus met een zinsdeel dat qua betekenis wel een beetje doet denken aan een richtingsbepaling, maar dat toch meer in de richting van een doelbetekenis gaat, en waarbij het voorzetsel eigenlijk geen betekenis heeft. Dat lijkt dus wel erg op een voorzetselvoorwerp. Aan de andere kant kun je er geen bijzin van maken, en dat kan vaak wel bij voorzetselvoorwerpen.

Experts zullen waarschijnlijk ook opmerken dat je een ouderwetse taalvorm hebt als Hoe geraak ik aan voedsel? met ongeveer dezelfde betekenis als Hoe kom ik aan voedsel? Dat zou kunnen betekenen dat komen (net als geraken) een zogeheten "aspectuele variant" van iets anders is. Beide werkwoorden geven het begin van iets aan. Raken is (net als worden) het begin van zijn, en komen is dan het begin van hebben. Ik kom aan voedsel is het begin van Ik heb voedsel. 

Zijn en hebben zijn  vaak twee kanten van dezelfde medaille. Als je iets hebt, dan is het van jou. Vaak heb je een constructie met hebben die je ook met zijn kunt krijgen. Je hebt griep maar je bent ziek. In het Nederlands ben je verkouden, en in English, you have a cold. 

Het lijkt er dus op dat aan voedsel komen een aspectuele variant is van voedsel hebben, een betekenis die ongeveer overeenkomt met krijgen. Hoe kom ik aan voedsel? betekent dan ongeveer hetzelfde als Hoe krijg ik voedsel? (misschien een klein verschil in activiteit).


Als je een taalkundige expert na deze verkenning weer dwingt om terug te keren tot de schoolgrammatica (wat ze in het algemeen alleen met tegenzin weer zullen doen), dan zullen ze opmerken dat aan voedsel bij komen dus de tegenhanger is van het lijdend voorwerp voedsel bij hebben. Dus is aan voedsel in elk geval een voorwerp bij komen. En aangezien er verplicht een voorzetsel aan bij staat, en aangezien dat voorzetsel geen eigen betekenis toevoegt, zou je aan voedsel een voorzetselvoorwerp moeten noemen.

Heel belangrijk zullen ze die benoeming niet vinden. Het is veel interessanter om door onderzoek vast te stellen wat er allemaal voor mogelijkheden en beperkingen er in deze constructie zitten, en welke betekenissen en verbanden erin opgesloten zitten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten