Alleen voor docenten

Taalprof Klas is een apart onderdeel van het Taalprof blog, naast het al bestaande Taalprof Plein. Het verschil is dat de berichten in Taalprof Klas alleen maar over grammatica in de klas gaan, en dat ook de discussie daartoe beperkt dient te blijven.

Taalprof Klas zal daartoe strenger worden gemodereerd. Reacties die niet over de klassenpraktijk gaan, zullen zonder verdere opgaaf van redenen worden verwijderd.

donderdag 11 augustus 2016

Ontleden die hap!

De meeste leraren zitten natuurlijk al tijdens hun vakantie te puzzelen op het begin van het nieuwe schooljaar. Hoe kunnen we die grammatica nou eindelijk eens een beetje activerender en uitdagender behandelen dan met die eeuwige ezelsbruggetjes en vuistregels waar iedereen ongelukkig van wordt? Sommigen onder hen durven het aan op op een geheel nieuwe manier te gaan werken (bijvoorbeeld met de Activerende Grammaticadidactiek van het docentontwikkelteam van de Radboud Universiteit (zie deze gratis didactische bundel). Maar anderen zijn wat voorzichtiger, en willen liever eerst iets kleinschaligers uitproberen.

De taalprof is natuurlijk sterk begaan met elke leraar wie het grammaticaonderwijs ter harte gaat, en stelt daarom graag de onderstaande uitprobeerles ter beschikking, voor alle leraren die hun grammaticaonderwijs eens op een andere manier willen beginnen. Je zou het al in de brugklas op deze manier moeten kunnen doen, maar ook in de hogere klassen kan het nog zinvol zijn (dan moet je misschien wat hints weglaten).

De bedoeling van de les is om de leerlingen een basisinzicht te geven in het taalkundige principe van de subject-predicaatverbinding (de betekenis tussen onderwerp en gezegde), en het begin mee te geven van de verbinding tussen werkwoord en voorwerp. Van daaruit kun je de basisconstructie van de zin verder uitwerken.

De oefening probeert het taalgevoel van de leerlingen aan te spreken door uit te gaan van spreektaaluitingen, waarin het betreffende taalkundige principe zo kernachtig als mogelijk tot uitdrukking komt. Leerlingen worden aangespoord om zelf de betekenis van de uitingen in te vullen.

Reacties, feedback en ervaringen worden sterk op prijs gesteld.

De oefening staat in dit pdf-bestand. Veel plezier ermee!

8 opmerkingen:

  1. Een zin zonder gezegde? Ik ben in tranen, want dan hebben ze me vroeger nooit uitgelegd wat een gezegde is.
    In alle zinnen zie ik iemand iets zijn of doen.
    Alstublieft, uw sterk op prijs gestelde feedback. :-)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik begrijp deze reactie niet goed. Wie heeft het over zinnen zonder gezegde?

      Verwijderen
    2. Ik doelde op vraag E, waarin gezegd wordt dat de onderwerpen al bij vraag A waren beantwoord en dat de rest van de zin het gezegde was, behalve in één zin. Dat vond ik vreemd, doordat me altijd was geleerd dat zinnen een onderwerp, een gezegde en nog wat toeters en bellen (voorwerpen en bepalingen) kunnen hebben. Blijkbaar heb ik onbewust en ten onrechte de conclusie getrokken dat het onderwerp nooit ook het gezegde kan zijn en, omgekeerd, dat gezegdes nooit ook het onderwerp zouden kunnen bevatten.
      Om vraag E te kunnen beantwoorden, zou je er eerst "normale" zinnen van moeten maken, waarin de zinsdelen allemaal keurig benoemd kunnen worden.
      In al die zinnen kun je een vervoeging van het werkwoord "zijn" invoegen en zo een goed lopende zin maken. Idem dito voor een werkwoord (naast zijn) dat verzwegen is.
      Maar ik begrijp uit uw reactie dat al die zinnen dus wel een gezegde hebben, maar dat dat gezegde niet gevormd behoeft te zijn door de hele zin minus het onderwerp. Dat zou betekenen dat het gezegde uit die ene zin waarnaar gevraagd wordt het onderwerp impliceert.
      Enfin, het zal dan wel over ome Henk gaan, want die is niet zwemmen en hij zwemt ook niet. Hij denkt er ook nooit aan, hij wil niet zwemmen, hij kan niet zwemmen en gaat nooit zwemmen. Oom Henk zwemmen? Vergeet het maar.
      De zin, fatsoenlijk geformuleerd, zou moeten luiden "Heeft oom Henk iets met zwemmen, praat hij er weleens over, doet-ie het weleens?" En in die vervangende zinnen is de werkwoordsvorm dan, al of niet wat gecompliceerd met werkwoordelijk of naamwoordelijk deel, ons gezegde. Oom Henk doet iets, alleen de kop vermeldt de handeling niet. Nalaten te zwemmen en dan in de bevestigende zin.
      Het is wel de enige zin, waarin de actie zelf niet samengaat met het onderwerp, aangenomen dat dat oom Henk is.
      Maar misschien zoek ik er te veel achter.
      Hier speelde blijkbaar een misverstandje. Vraagopzet lijkt me prima verder.

      Verwijderen
    3. Aha, ik snap het. Maar het is niet zin 4 waar deze vraag op doelt. Het gaat erom dat er één zin is waar de rest van de zin niet enkel het gezegde bevat. Tenminste, volgens de Nederlandse traditionele grammatica.

      Het is allemaal veel eenvoudiger bedoeld dan jij het hier zoekt. Bedenk dat de oefening op de eerste fase van het grammaticaonderwijs gericht is.

      Verwijderen
    4. Het is wel zo dat je je huiswerk alleen maar goed kunt maken als de probleemstelling helder is. Zorgen dat je er niet het lijdend voorwerp van wordt. We begrijpen elkaar. :-)

      Verwijderen
  2. Ik zei altijd: grammatica is "gewoon" tekstbehandeling, maar dan per zin: wie doet wat wanneer hoe waarom enz.Alles wat met een hoofdletter begint en met een punt eindigt is een zin.Hahaha. Dat was de eerste verrassing. Zinnen van slechts 1 woord?! En dan ook nog eens: taal bestaat uit een oneindig aantal zinnen...wat is "oneindig" ? (discussie !) De eerste les eindigde ik steevast met het "nut" van grammatica (begrip, inzicht, hulp bij leren van vreemde taal enz..) en dat alles met veel overtuigende voorbeelden...ach Een nog grotere uitdaging was de "samengestelde zin" vooral als ze doorkregen dat dat ook niets anders was dan een "opgeblazen" enkelvouddige zin die je op precies dezelfde manier kon ontleden...als je een "bijzin" eenmaal vervangen had door 1 woord (wat best een aardig "puzzel" voor ze was) Tja..het waren best wel aardige (en zinvolle) lessen! Daar denkt men nu helaas, meestal, anders over, geloof ik.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Heel mooi lesmateriaal. Voor het vervolg is misschien dit lesvoorbeeld bruikbaar:'Harry Potter en het Naamwoordelijk Gezegde'. Zie: https://www.klascement.net/docs/52833/

    BeantwoordenVerwijderen